Tips: Wijn serveren uit een Wijnserveerkast

Wijnklimaatkasten zijn niet alleen ideaal om wijn in te bewaren, ze zijn ook zeer geschikt om wijn uit te serveren. Vele facetten van de smaak van een wijn gaan verloren als deze te warm of koud wordt gedronken. Alle wijnklimaatkasten die verkrijgbaar zijn in deze webshop zijn geschikt voor gebruik als wijnserveerkast. Maar met name de klimaatkasten met twee of drie temperatuurzones zijn hiervoor geschikt: u kunt dan zowel witte als rode wijn op temperatuur brengen. Of u kunt één temperatuurzone gebruiken voor het opleggen van wijn en een andere zone voor het serveren. In het geval van 3 temperatuurzones is het zelfs mogelijk om over een oplegzone, een witte serveerzone én een rode serveerzone te beschikken.

De temperatuur bij het serveren is cruciaal voor de smaak en de reuk van de wijn. Vaak wordt witte wijn in de ijskast bewaard en rode wijn in de keuken. In de hedendaagse ijskasten heerst meestal een temperatuur van 3 tot 4 ºC terwijl de kamertemperatuur gemiddeld 20 tot 21 ºC is. Dit zijn niet de ideale temperaturen om wijn te serveren en te drinken. Te koude wijn zal zijn smaak verliezen. De stelregel is dat de reuk van de meeste witte wijnen onder de 8 ºC nog nauwelijks waarneembaar is. Wijn moet ook niet te warm worden gedronken. Omdat alcohol eerder verdampt dan water, zal een rode wijn alcoholisch aandoen bij een kamertemperatuur van 21 ºC: zo heeft de wijnboer zijn product niet bedoeld. Daarbij zult u de tekortkomingen van de wijn eerder waarnemen. Hoe eenvoudiger de wijn, hoe koeler; hoe complexer en hoogwaardiger, hoe warmer.

Smaakpapillen reageren verschillend op warmte en koude. Bestandsdelen van de wijn en water, suiker, alcohol, zuur, tannine etc. zullen dan ook anders waargenomen worden bij verschillende temperaturen.

Warmte zal vooral het effect van zoete en zure bestandsdelen accentueren (vaak witte wijnen dus), terwijl koude juist de werking van tannine (vaak rode wijn) benadrukt, wat de wijn hard maakt. Witte wijn bevat weinig tannine, dus moet vaker kouder geserveerd worden. De minst tanninerijke witte wijnen zijn erg fris en bevatten in meer of mindere mate koolzuur.

Door de bank genomen bepaalt het tanninegehalte de drinktemperatuur van rode wijnen. Hoe meer tannine er in een wijn zit hoe warmer die gedronken moet worden. Complexe wijnen zijn vaak erg gevoelig voor de juiste temperatuur. Sommige wijnen zullen alleen bij de juiste temperatuur in balans zijn en goed smaken.

Waar moet ik de wijnklimaatkast op instellen, voor een ideale serveertemperatuur?

Een wijnklimaatkast kan natuurlijk niet elke fles op een specifieke temperatuur brengen. Maar, met 2 of 3 temperatuurzones en een goede verdeling van de wijnflessen kunt u de meeste wijnen op de perfecte temperatuur serveren.

Wij raden aan een koude (witte wijn) zone op 9 graden ºC in te stellen en de warme (rode wijn) zone op 17 graden ºC. De flessen op de onderste lade in een zone zullen gemiddeld +/- 1,0 ºC warmer zijn en de flessen op de lade waar de koude lucht de zone binnenstroomt (bovenin) gemiddeld 1,0 ºC kouder. Plaats daarom frisse, lichte wijnen bovenin en zwaardere/volle wijnen op de onderste laden van een temperatuurzone. Haal een zeer zware, krachtige wijn +/- 15min van te voren uit de wijnklimaatkast zodat deze nog 1 ºC kan opwarmen.

Houd ook rekening met uw eigen smaak! Sommige mensen waarderen hun wijn beter als deze een graad warmer of kouder geserveerd wordt. Met een wijnklimaatkast vindt u na enkele wijnen geserveerd te hebben uw ideale temperatuurinstelling.

Vragen?

Bel onze wijnklimaatkast adviseurs op 0031(0)30-2290058 of mail naar contact@wijnkastenshop.com!